Bouwen aan vertrouwen

Bouwen aan vertrouwen

Programmamanager Liesbeth van de Wetering van de provincie Groningen vertelt over haar inzet voor het versterken van het openbaar bestuur in de provincie, het bouwen aan vertrouwen en een goede relatie tussen overheden, inwoners en samenwerkingspartners. Doel van het programma is de democratie in Groningen te versterken. “Als het fundament onder je huis niet goed is, kun je letterlijk en figuurlijk niet verder bouwen.”

Je bent programmamanager van het programma Kwaliteit Openbaar Bestuur (KOB) bij de provincie Groningen. Wat beoogt het programma?

“We willen van buiten naar binnen werken, het samenspel met inwoners en stakeholders goed verstaan. Daarbij willen we ook meer en andere mensen bereiken. Intern vraagt dat iets van onze manier van werken, van Gedeputeerde en Provinciale Staten en van ambtenaren. Hoe kunnen we dat zo goed mogelijk doen? Daarvoor heb je handvatten nodig. We willen ‘meer samen met inwoners’, maar hoe dan? Wat helpt daarbij? Welke middelen? Vanuit welke cultuur, houding en gedrag? Hoe zijn de interne processen georganiseerd? Met al die haakjes zijn we binnen het programma bezig. Daarvoor reiken we dingen aan die zo’n manier van werken makkelijker maken, zoals het onlangs gelanceerde online platform die we met de ‘Provinciedeal’ voor de provincie en de Groningse gemeenten beschikbaar maken. Zoiets lijkt misschien heel instrumenteel, maar brengt opeens ook heel andere gesprekken; je bereikt meer en andere mensen en raakt op een andere manier in gesprek. Dat verandert wat je doet als ambtenaar, bestuurder of volksvertegenwoordiger. Zoiets brengt meer in beweging dan alleen de techniek van het platform dat je in de lucht brengt.”

Veel overheden hebben eenzelfde ambitie om inwoners te betrekken. Maar in Groningen lijkt dat vanwege het aardgasdossier nog eens extra ingewikkeld?

“Dat klopt. Het versterken van het vertrouwen in ‘de overheid’ is in Groningen extra belangrijk. Veel mensen zijn het vertrouwen verloren. Er groeit een hele generatie jongeren op die niet beter weet dan dat hun ouders cynisch zijn richting de overheid, vanwege scheuren in hun huizen die maar niet worden hersteld. En het is ook verrekte lastig om te bouwen aan vertrouwen als de meest basale dingen, zoals een veilig huis, niet in orde zijn. Dan kun je leuk praten over vertrouwen en invloed, en brainstormsessies en avonden met geeltjes plakken organiseren, maar dat zijn holle frasen als je geen boter bij de vis kunt doen. Als het fundament onder je huis niet goed is, kun je niet verder bouwen, letterlijk en figuurlijk.”

Liesbeth van de Wetering
Liesbeth van de Wetering

Hoe vergroot je het vertrouwen?

“Door te laten zien dat je inbreng ertoe doet, dat je verschil maakt, dat je invloed hebt en dat er daadwerkelijk iets gebeurt. Dat zie ik als een grote opgave: hoe zorgen we dat mensen daadwerkelijk de ervaring hebben dat het zin heeft om mee te praten en mee te doen? Dat is waar we met elkaar aan werken. Dat kun je alleen maar doen als je als Rijk, provincie en gemeenten ook echt de handen ineenslaat, en dat je als één overheid opereert die nabij is, benaderbaar en aanspreekbaar. Met KOB dragen we eraan bij dat de regionale samenwerking goed is, dat we kennis delen, korte lijntjes hebben en investeren in goede manieren van werken. We moeten er daarnaast voor waken dat we inwoners niet overvragen. Er gebeurt zoveel in de provincie, zowel lokaal als provinciebreed. Er lopen veel processen waarbij we inwoners vragen te participeren; van de Omgevingswet tot de RES of het Nationaal Programma Groningen. We participeren ons suf, zeker in gebieden waar veel aardbevingsschade is. De inspanning van inwoners moet samen opgaan met het resultaat. Anders zijn mensen alleen maar dubbel teleurgesteld. Daar ligt een grote opgave.”

Jongerentop

Welke kansen zie je?

“Vanwege de herindelingen zijn veel gemeenten zich opnieuw aan het organiseren, daar liggen kansen. De provincie werkt bijvoorbeeld met gebiedsgedeputeerden, ze is nabij en benaderbaar en sluit steeds beter aan bij de leefomgeving van mensen. Het is mooi om te zien dat gebiedswethouders, -gedeputeerden en -regisseurs zichtbaar aanwezig zijn als gesprekspartner voor inwoners en samenwerkingspartners. Ook zie ik veel kansen in methodische vernieuwingen, zoals online participatie. Ik zie dat we met zijn allen steeds meer creativiteit aan de dag leggen in de manier waarop we met elkaar in gesprek zijn. Met gemeenten, provincie en BZK geven we een extra impuls aan kennisdeling en leren van elkaar. Collectief beter worden, een netwerk bouwen, in plaats van steeds zelf opnieuw het wiel uitvinden. Voor inwoners is het belangrijk om te investeren in duurzame relaties, je kunt pas aan vertrouwen bouwen als je vaste gezichten hebt. Het helpt als je herkenbare mensen en online platforms bij de gemeente en provincie tegenkomt. Geen versnippering, maar overzicht.”

Waarin zit jouw persoonlijke drive?

“Ik ben al mijn hele leven bezig met vraagstukken rond participatie. Wat drijft mensen om mee te doen, of om juist aan te kant te blijven zitten? Waarom en hoe doet de een wel mee en de ander niet? Dat heeft me altijd gefascineerd. Het fundament waar een samenleving op draait is het feit dat je vertrouwen hebt en zelf invloed kunt hebben op je omgeving. Je ziet in een hoop landen om ons heen dat het populisme zegeviert doordat de overheid zich niet op een goede manier tot haar inwoners verhoudt, niet dienend is en niet zorgt dat juiste dingen gebeuren. Het fijne aan Groningers is: je ziet wat je krijgt. Dat maakt het op een heel fijne manier mogelijk om in gesprek te gaan, je weet wat je aan elkaar hebt.”

Wat betekent democratie voor jou?

Mensen noemen mij wel een ‘democratiegekkie’. Ik kom zelf uit een klein dorp waar mijn ouders actief waren in het sociale leven, mijn vader was er wethouder. In een klein dorp zijn de lijntjes kort. Toen ik in een grote stad kwam te wonen, fascineerde het me om te zien hoe het daar anders werkt. Als socioloog ben ik afgestudeerd op de vergelijking tussen de mate van politieke en maatschappelijke participatie in verschillende gemeenten, daarna ben ik met dat onderwerp in allerlei banen bezig geweest. Bij de gemeente Groningen heb ik experimenten ontwikkeld zoals een coöperatieve wijkraad: met gelote inwoners, samenwerking met raadsleden, dialoog in de wijk en echte zeggenschap over je woonomgeving. Zeggenschap en invloed interesseren mij. Hoe heb je zelf invloed en bouw je mee aan je woonomgeving? Democratie is meer dan een vakje rood kleuren bij verkiezingen. Democratie vergt permanent onderhoud. We zijn geneigd het als vanzelfsprekend te zien, maar dat is het niet. Het vergt ook geduld en investeren in de kwaliteit van de dialoog om hier stappen in te zetten. En te accepteren dat er soms eerst ‘gedoe’ is, voordat het tot samenwerking en compromissen komt. Of zoals David van Reybrouck stelde: ‘democratie gaat er niet om dat je iedereen gelukkig maakt. Het gaat erom dat je iedereen laat leven met zijn beetje ongelukkig zijn’.”

Wat zijn je wensen voor de toekomst van (de democratie in) Groningen?

“Mijn wens zou zijn dat Groningers zelf ervaren dat ze aan het stuur zitten van hun buurt, dorp, stad en provincie. Dat de trots op hun eigen plek en op hun Groningen niet vermoeid wordt doordat ze zich zorgen moeten maken over hun eigen huis en toekomst. Dat mensen hun energie niet hoeven te stoppen in een strijd tegen de overheid, maar dat we samen kunnen bouwen aan Groningen. Wat ik heel hoopvol vond: de JongerenTop die vorig jaar plaatsvond en waarbij duizend jongeren uit het aardbevingsgebied met elkaar spraken over de toekomst van hun omgeving. Prachtig om te zien hoe bevlogen ze over hun provincie spraken, met grote ambities voor duurzaamheid, het gebied en fijn samenleven met elkaar. Het verdrietige was dat de aardbevingen eigenlijk niet eens veel expliciet aan bod kwamen, maar dat dit voor hen al een fact of life is. Dat is zo pijnlijk. Dat is de wereld waarin zij opgroeien. Tegelijkertijd is het geweldig om te zien dat ze ondanks dat hun eigen dromen hebben. Het is belangrijk dat we aandacht voor de betrokkenheid van jongeren blijven houden als overheid. Het beeld op de foto’s van de JongerenTop vind ik zo sterk: een grote hal vol tafels waaraan jongeren in kleine groepjes met elkaar in gesprek zijn. Dat symboliseert democratie voor mij: duizend keer een gesprek in kleine groepjes bij elkaar.”