Met meer vertrouwen richting de Toukomst

Met meer vertrouwen richting de Toukomst

Hoe ziet de toekomst er voor de inwoners van Groningen uit na jaren van aardbevingsschade, wachten en wantrouwen richting de overheid? Hoe willen zij hun leefomgeving herinrichten? Met het project Toukomst van Nationaal Programma Groningen en West 8 kwamen Groningers met 900 ideeën voor beter wonen, leven en werken in hun provincie. Projectleiders Johannes Boshuizen (NPG) en Jasmijn Koelega (West 8) vertellen.

Toukomst in het kort

  • Initiatief van Nationaal Programma Groningenen West 8 (een ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur).
  • Inwoners van de provincie Groningen aan het woord over hun toekomst.
  • 900 ideeën gebundeld tot grote projecten.
  • 6.000 mensen die de projecten beoordeelden.
  • Een Toukomstpanel van 20 inwoners die door een notaris zijn geloot volgens vooraf opgestelde eisen (evenveel mannen als vrouwen, verspreid over de provincie en de helft onder de 30 en de helft boven de 30 jaar. En 6 specifieke beroepen: een politieagent, leraar, verpleegkundige, ondernemer, agrariër en een geestelijke).
  • Eind januari wordt het advies van het panel naar het bestuur van het NPG gestuurd die kunnen besluiten of ze het overnemen.

Resultaten

  • Driekwart van de Groningers die op Facebook zitten bereikt
  • 600.000 videobezoeken
  • 175.000 websitebezoeken.
  • Google duidde het woord Toukomst als trend.
Infographic met de samenvatting van dit project. In totaal 900 ideeën voor toekomst ingestuurd, 30000 beoordelingen door bijna 6000 Groningen, 59 concrete toekomstprojecten, 1700 mensen widen meedenken over bundelen en ruim 200 Groningeners die meewerkten aan bundelen

Wat verklaart het succes van het project?

Johannes: “Dat is vooral de combinatie van offline en online participatie. We sloten aan bij bestaande bijeenkomsten van gemeenten, Jongerenadviesraad en ondernemers. Daarnaast konden mensen online op hun eigen tijd en tempo hun ideeën indienen.”

Jasmijn: “Door de manier waarop het panel was ingericht, hadden de leden echt het idee: dit is ons proces. Doordat een notaris de panelleden lootte op onze voorwaarde, was de selectie transparant en onafhankelijk. Het hielp ook dat de panelvoorzitter goed luisterde naar de input van het panel en openstond voor aanpassingen in het proces, wanneer dat nodig was. Zo was het niet in beton gegoten, maar was er veel ruimte voor de panelleden.”

Johannes: “Daarnaast was het fijn dat ik zoveel ruimte heb gekregen van ons bestuur en mijn organisatie. Als het bestuur het hele proces had willen dicteren, waren we er niet gekomen. Door die ruimte hebben we misschien net wat meer risico genomen dan we anders hadden gedaan. Dat heeft goed uitgepakt.”

Mensen aan tafels met elkaar in gesprek in een boerenschuur

Waar kwam de motivatie van de Groningers vandaan om zo massaal te reageren? Het is goed voorstelbaar dat alle goedbedoelde participatieprocessen juist zat zijn, zolang er nog geen zicht is op schadeherstel. 

Jasmijn: “Dat zit hem denk ik grotendeels in onze houding. Wij hebben vaak eerlijk gezegd: ‘wij zien ook hoe de overheid dingen heeft verknoeid. Al werken wij zelf voor de overheid, we staan aan jullie kant en proberen echt te luisteren’. Op onze tour door de provincie, maar ook in telefoongesprekken, spraken we regelmatig kritische mensen. Die hebben we altijd serieus genomen en naar ze geluisterd.”

Johannes: “De kritiek richtte zich niet altijd op ons project, maar op de overheid in het algemeen. Je merkt dat het wantrouwen in Groningen heel groot is. Hoe we daar met de open houding van het team mee zijn omgegaan, heeft erg geholpen bij het succes van het project.”

Jasmijn: “Vanaf het begin hebben we een modus gevonden die tussen de mensen en de overheid instond. Het hielp daarbij ook dat ik van een externe partij ben en wij daarmee nog meer een luis in de pels-houding konden aannemen. Maar uiteindelijk hebben mensen meegedaan omdat ze zelf niet bij de pakken willen neerzitten en iets aan hun toekomst willen doen.”

Johannes Boshuizen en Jasmijn Koelega

Wat zouden jullie een volgende keer anders doen?

Jasmijn: “Rekening houden met de man-vrouwverhouding in de beroepsgroepen. Duidelijker communiceren wat de bedoeling is en verwachtingen beter managen.”

Wat kunnen andere overheden van jullie aanpak leren?

Jasmijn: “Participeren lukt alleen als hier echt ruimte voor is: als mensen daadwerkelijk kunnen meebeslissen en het bestuur en organisatie zich committeert aan de resultaten. Je moet eerst vertrouwen geven voordat je het kunt krijgen en: kom afspraken na!”

Johannes: “Geef van tevoren duidelijk de kaders en verwachtingen aan. Laat weten waar mensen wel en geen invloed op hebben. En denk eens na over de mogelijkheid van loting via een notaris. Het is transparant en objectief, omdat de notaris onafhankelijk is.”

Jasmijn: “Denk van tevoren zorgvuldig na over de samenstelling van een panel. Het effect is een breed palet aan mensen die elkaar in balans houden. In een diverse groep is alle kennis aanwezig.”

Johannes: “Voor provincies valt er ook veel winst te halen. Zij staan in hun dagelijkse werk wat verder van de inwoners af, maar dat is eigenlijk jammer. Wees als provincieambtenaar niet bang om ook met hen in gesprek te gaan.”

Jasmijn: “Werk als overheden samen! Sluit aan bij bestaande activiteiten en bundel participatieprocessen.”