Op zoek naar de stem van een stille groep

Dit praktijkverhaal gaat over de Jonge Expeditie op 14 juni 2022 in Duindoorn, een jongerenflat in de wijk Selwerd in Groningen. Wat zijn de onderwerpen?

  • samen dromen over democratie
  • hoe betrek je de stille groep bij hun toekomst?
  • de waarde van een duurzaam netwerk

Op zoek naar de stem van een stille groep

‘De jeugd heeft de toekomst.’ Een leuke eigenschap van clichés is dat ze meestal kloppen, dat geldt ook voor deze. Minstens zo waar is dat alle beslissingen die politici nemen, gevolgen hebben voor die jeugd – én voor hun toekomst. Maar waarom spelen jongeren dan zo’n marginale rol bij het uitzetten van de koers? En wat kunnen we doen om dat te veranderen? Op zoek naar antwoorden organiseerde de provincie Groningen in samenwerking met de Jongerenadviesraad op 14 juni de Jonge Expeditie.

In een voormalige fietsenkelder onderin een grote studentenflat in Selwerd zit sinds een paar jaar wijkrestaurant De Duindoorn. Onder de pak ‘m beet twintig deelnemers die zich hier vanmiddag verzameld hebben bevinden zich jongerenwerkers en vertegenwoordigers van scholen, politieke organisaties, idealistische organisaties, studieverenigingen, sportverenigingen en cultuurverenigingen. De meesten kennen elkaar nog niet.

Expeditieleider Marian van Voorn kijkt de groep rond. ‘Het is natuurlijk de vraag over welke leeftijd het gaat, als je het over jongeren hebt’, zegt ze. ‘Maar volgens mij zitten hier vandaag écht jongeren.’ Daar vergist ze zich niet in. De groep bestaat uit mensen van 19 tot 59 jaar, maar de meesten zijn twintigers. Iets meer dan een derde studeert nog. En hoewel ze vooral beroepsmatig of vanuit hun idealen met jongeren bezig zijn, behoren ze zelf toch ook echt tot die categorie.

Op zoek naar oplossingen

Hoewel de sfeer in het wijkrestaurant ontspannen is, heeft deze bijeenkomst een serieuze achtergrond. Uit onderzoek bleek onlangs dat veel Nederlandse jongeren er weinig om geven dat ze in een democratie leven. Daarmee staat, kort door de bocht, de toekomst van diezelfde democratie op het spel.

In Groningen geeft 70 procent van de jongeren aan het belangrijk te vinden om mee te mogen praten. Maar hoe laat je ze meepraten? Tegelijkertijd is er een grote groep mbo’ers die zich niet gehoord voelt, of misschien wel niet serieus genomen. Hoe kunnen we dat veranderen?

Na een kennismaking in tweetallen, buiten, aan de voet van de studentenflat waarin het restaurant zich bevindt, is het tijd voor actie. Of, beter: tijd om te gaan dromen. In groepjes verdelen de deelnemers zich over een aantal tafels waar vellen papier en stiften liggen. ‘Ga op zoek naar gemeenschappelijkheid en naar oplossingen’, zegt Marian.
Een vrouw met een spijkerjas steekt haar hand op: ‘Wat nou als onze dromen niet samen te voegen zijn? Is dat tegen de regels?’

Pas als je processen begrijpt, kun je er invloed op uitoefenen

Van niet kunnen samenvoegen is geen sprake, blijkt al snel. Gedeelde gedachten zijn in korte tijd geformuleerd. Dat jongeren eerder geneigd zijn mee te doen als ze zich serieus genomen voelen, bijvoorbeeld, daar zijn de meesten het over eens. Maar ook dat de gemiddelde jongere zonder goed geïnformeerd te zijn geen idee heeft waar hij of zij met vragen of ideeën terechtkan.

Het zou goed zijn om al op de basisschool te beginnen met het geven van uitleg over hoe een democratie werkt, vindt een groep. En welke rol je daar zelf in kunt spelen. Op die manier ga je het later in je leven ook doen. ‘Jongeren hebben vaak niet door dat politiek bij alles in het leven een rol speelt’, zegt een vrouw. ‘Pas als je processen begrijpt, kun je er invloed op uitoefenen. We moeten jongeren leren om een gefundeerde mening te hebben.’

Een jongen probeert keer op keer het gesprek richting politieke thematiek te trekken. ‘Dit gaat niet over politiek, dit gaat over je eigen leven!’ reageert het meisje naast hem fel.

Hoe krijgen jongeren praktische veranderingen voor elkaar, toegespitst op wat voor hen belangrijk is? Terwijl deze jonge Groningers zich over de toekomst buigen, schuifelt een oudere dame het restaurant in om een maaltijd af te halen. Aan de tafels worden ondertussen open gesprekken gevoerd.

Een jongen van begin twintig, die praat alsof hij minstens dubbel zo oud is en duidelijk bestuurlijke ambities heeft, probeert keer op keer het gesprek richting politieke thematiek te trekken. Het meisje naast hem hoort het een tijdje aan, maar heeft er op een bepaald moment genoeg van. ‘Dit gaat niet over politiek, dit gaat over je eigen leven!’ reageert ze fel.

Het valt op hoe veel van de hier aanwezige jongeren hun punt weten te maken en hoe geëngageerd ze zijn. Maar zij behoren dan ook niet tot de ‘stille groep’, tot de jongeren die niet vooraan staan als er iets te bedenken of bespreken valt. Hoe krijg je juist die jongeren mee?

Verbindingen leggen

In de zoektocht naar oplossingen rijzen vooral veel vragen. ‘Vaak mogen jongeren meedenken, maar dan belanden hun ideeën ergens in een la’, zegt een vrouw. ‘Je moet ze laten meecreëren. En ze uitleggen waarom je wel of niets iets met hun input doet.’

Voor je als jongere tot creëren kunt overgaan, moet je nog een andere cruciale stap zetten: meedoen. Een student vertelt hoe het binnen zijn studievereniging al bijna onmogelijk is kandidaten voor bestuursfuncties te vinden. Laat staan dat ze bereid zijn zich in te zetten voor iets buiten hun bubbel. Dus hoe trek je mensen uit hun cocon en betrek je ze bij hun eigen toekomst?

Die bubbel is een vaker terugkerende term. In principe zou je kunnen zeggen dat iedereen die hier vanmiddag aanwezig is, zich in min of meer hetzelfde hoekje bevindt. Toch vallen er nog genoeg verbindingen te leggen. ‘Kennen jullie elkaar al?’, vraagt een vrouw aan twee jonge mannen aan haar tafel. Ze kijkt verbaasd als dat niet zo blijkt te zijn. ‘Dat lijkt me zo logisch!’

De waarde van een duurzaam netwerk wordt door de deelnemers benadrukt. In plaats van zo nu en dan ‘een blik jongeren open te trekken’, kun je daarmee op een constructieve manier samen aan een nieuwe democratie werken. En als bij de overheid, in dit geval de provincie, een duidelijk aanspreekpunt voor jongeren zou zijn, zou dat helpen. Iemand die de verbinding vormt tussen beide partijen en open staat voor frisse ideeën.

Uit de keuken van het restaurant komen inmiddels de fijne geuren van de maaltijd die straks geserveerd zal gaan worden. Het eten is onderdeel van het programma, waarschuwt Marian, dus mee-eten is verplicht. Tijdens de maaltijd zal D66-gedeputeerde Fleur Gräper aanschuiven en met de deelnemers in gesprek gaan. Buiten worden alvast drie grote picknicktafels gedekt, de wind speelt pesterig met de papieren placemats.

De vraag achter de vraag

Als iedereen zich verdeeld heeft over de drie tafels, wordt de eerste van drie gangen geserveerd. ‘De noedels komen helemaal uit het oosten’, zegt Jan van Bergen van De Duindoorn. ‘Uit Enschede. Ze zijn authentiek gewalst.’

Fleur Gräper zoekt een plek aan een van de tafels. Ze kijkt de groep rond en vraagt hoe het volgens hen gaat met jongerenparticipatie in Groningen. ‘Het is work in progress’, zegt een jongen met een overhemd en grote witte basketbalschoenen. ‘Maar volgens mij gaat het de goede kant op.’ Zijn buurman is het daar niet helemaal mee eens. Wat meer openheid en communicatie vanuit de provincie zou goed zijn, vindt hij.

Een vrouw vertelt het belangrijk te vinden dat de overheid meer probeert de jongeren te betrekken die op dit moment niet meedoen. ‘Je moet ze opzoeken’, vult een andere vrouw aan de andere kant van de tafel aan. ‘Echt naar ze toe gaan.’
Gräper knikt: ‘Bijvoorbeeld op zaterdag naar de voetbalclub.’ Ze schrijft iets in haar notitieboekje. ‘Hoe meer hoofden, hoe meer ideeën’, zegt ze als ze even later haar bestek pakt en opstaat om naar de volgende tafel te gaan. ‘En hoe beter dingen worden.’

“Het zou mooi zijn als er een plek was waar je elkaar kunt ontmoeten, dan worden verbindingen zichtbaar. Want als je elkaar niet eens vindt, hoe kun je elkaar dan versterken?”

‘Wij zijn bezig met jullie toekomst, jullie leven’, zegt de gedeputeerde als ze een tafel verder plaatsgenomen heeft. ‘Maar hoe laten we jongeren meepraten?’
‘Misschien anoniem?’, oppert een meisje. ‘Sommige jongeren vinden het spannend om hun mening te geven.’
Gräper: ‘Maar je wilt ook graag door kunnen vragen. De vraag erachter is bijna altijd interessanter dan de eerste vraag.’
‘Misschien zou je korte filmpjes kunnen maken, zoals de NOS-story’s’, zegt een jongen. ‘Daar kun je jongeren op laten reageren. En dan zou je ze aan de hand van die reactie kunnen uitnodigen.’ Dat idee valt goed bij de gedeputeerde, ze noteert het direct.

De tweede gang komt eraan: rijst met een groentestoofpotje. Gräper anticipeert en stuurt haar eten vast door naar de volgende tafel, waar ze even later aanschuift. Ze gaat naast een meisje met een wit T-shirt zitten. ‘Jongeren hebben een frisse blik, als je ze probeert te conformeren aan het systeem haal je de creativiteit eruit’, zegt het meisje even later.
Gräper knikt. ‘Maar hoe voorkom je dat je dat doet?’
‘Door het gesprek uit het systeem van politiek te halen en vooral over de inhoud te praten’, antwoordt het meisje. ‘Wat willen we nou met z’n allen? Daar moeten we het over hebben.’

Gezamenlijk een vuist maken

Als het toetje (veganistische tiramisu) op is, zijn aan bijna elke tafel potentiële samenwerkingen ontstaan en nieuwe connecties gemaakt. Alleen daarom al was deze middag waardevol. Maar er zijn misschien ook gemiste kansen. Want waar waren bijvoorbeeld de mbo’ers?

‘Het zou mooi zijn als er een plek was waar je elkaar kunt ontmoeten, zoals hier vandaag’, vindt een vrouw. ‘Dan worden verbindingen zichtbaar. Want als je elkaar niet eens vindt, hoe kun je elkaar dan versterken? Voor elke groep jongeren is wel een organisatie, maar hoe zorg je dat je gezamenlijk een vuist maakt?’

Elke jongerenwerker, student, politicus in spe, docent of coach die vandaag in De Duindoorn was, kent wel een groep jongeren. Maar zelfs allemaal bij elkaar kennen zie niet álle jongeren in Groningen. Het vergt iets extra’s om het netwerk groter te maken en meer mensen te bereiken. Als ook de provincie zich daarvoor inzet kan misschien de grote, stille groep, precies de jongeren die hier niet waren, hoorbaar gemaakt worden.

De provincie zelf is hoe dan ook bereid werk van jongerenparticipatie te maken, al gaat dat de nodige tijd en energie kosten. ‘De nota die we gaan maken is het begin, niet het eindpunt’, verzekert Gräper. ‘We moeten nog tientallen jaren leren. Hier komt nog veel achteraan.’

Kijkje achter de schermen

Benieuwd naar een sfeerimpressie van de bijeenkomst? Hieronder vind je een aantal foto’s die we gemaakt hebben. Uiteraard met toestemming van de deelnemers.